Het voorzitterschap van de klimaattop in Azerbeidzjan heeft voorgesteld dat rijke landen vanaf 2035 jaarlijks 250 miljard dollar aan klimaatsteun verstrekken aan arme landen. Het gaat zowel om publiek als privaat geld. Het is voor het eerst dat er op de top in Bakoe een bedrag op papier staat.
In een eerder conceptvoorstel prijkte nog de letter 'X' op de plek waar een bedrag moest komen te staan. Hoewel 250 miljard dollar een concreet bedrag is, is het nog altijd fors minder dan ontwikkelingslanden willen. Gesteund door wetenschappers kwamen ze eerder uit op een bedrag van een1000 miljard of meer. Gisteren riepen ze rijke landen op om per 2030 in ieder geval 500 miljard dollar te geven.
De top in Bakoe staat dit jaar grotendeels in het teken van klimaatfinanciering en wordt door kenners ook wel de geldtop genoemd. De landen hadden in het klimaatakkoord van Parijs (2015) afgesproken om nu met een nieuw financieringsdoel te komen. Het oude financieringsdoel, jaarlijks 100 miljard dollar vanaf 2020, werd pas in 2022 voor het eerst bereikt.
Bittere pilHet doel dat in de nieuwste concepttekst wordt genoemd, is dus ruim verdubbeld vergeleken met de 100 miljard dollar die tot nu toe jaarlijks wordt opgebracht. Toch zal dat voor de ontwikkelingslanden een bittere pil zijn. Het bedrag ligt fors lager dan wat zij noodzakelijk vinden.
Het genoemde bedrag van 250 miljard dollar leidde onmiddellijk tot furieuze reacties van (milieu)organisaties. Oxfam richtte de woede vooral op de Azerbeidzjaanse voorzitter. Er zou sprake zijn van een "beschamend falen van leiderschap".
De hele top hebben de ngo's gepleit voor een bedrag van boven de 1000 miljard dollar. Daarvan zou het leeuwendeel uit giften moeten bestaan. Greenpeace noemde het voorgestelde bedrag "inadequaat", "losgezongen van de realiteit van de gevolgen van klimaatverandering" en "ver onder de behoeften van ontwikkelingslanden".
1300 miljardHet conceptvoorstel roept alle landen (rijk en arm) wel ertoe op per 2035 gezamenlijk 1300 miljard dollar op te brengen. Ontwikkelde landen moeten daarbij het voortouw nemen, is de oproep in de tekst.
nos.nl