Oekraïners positief over leven in Nederland, maar 'kunnen weinig opbouwen'
Een groot deel van de Oekraïense vluchtelingen in Nederland wil hier de komende jaren blijven. Ze zijn positief over Nederland en geven ons land een 8,7, blijkt uit onderzoek van kennisinstituut WODC. "Ze zijn vooral positief over de manier waarop ze zijn opgevangen", zegt onderzoeker Sanne Noyon in het NOS Radio 1 Journaal. Een kwart van de Oekraïense vluchtelingen in Nederland woonde op enig moment in een gastgezin, vooral degenen die kort na het uitbreken van de oorlog naar Nederland kwamen. "In die gastgezinnen hebben ze heel veel hulp gekregen en dat geven ze een hoog rapportcijfer." Voor het onderzoek zijn ruim 3000 Oekraïense vluchtelingen bevraagd over hun leven in Nederland en hun plannen voor de toekomst. Driekwart geeft aan de komende twee jaar in Nederland te willen blijven. Als Oekraïne in de toekomst weer veilig is, wil 22 procent terug. 30 procent wil dat niet, de rest twijfelt nog. 'Tijdelijke bescherming' Er zijn ruim 117.000 Oekraïners in Nederland geregistreerd. Zij doorlopen niet de reguliere asielprocedure, maar worden opgevangen onder de richtlijn voor 'tijdelijke bescherming' van de Europese Unie. Daardoor krijgen gevluchte Oekraïners toegang tot gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs. Ook mogen ze direct na aankomst in Nederland aan het werk. De regeling is al verschillende keren verlengd en loopt nu tot 4 maart 2026. Hoe de situatie daarna zal zijn, is onduidelijk en dat leidt tot belemmeringen, stelt Noyon. "Er is snel veel gecreëerd voor Oekraïners en dat is goed gegaan. Maar nu de oorlog voortduurt, moeten we ons afvragen: zijn dit soort oplossingen ook houdbaar voor de lange termijn?" De tijdelijkheid maakt het voor Oekraïners lastig om iets op te bouwen, concludeert het WODC. "Er is bijvoorbeeld geen toegang tot inburgering. Daardoor spreken Oekraïners geen goed Nederlands, terwijl ze dat wel willen", zegt Noyon. Ook geven ze in het onderzoek aan dat ze meer contact willen met Nederlanders en zelfstandig willen wonen. Het ontbreken van langetermijnperspectief maakt het echter moeilijk om plannen te maken en te investeren in de toekomst. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld gemeentes die huisvesting of taalcursussen kunnen regelen, maar ook voor werkgevers. Ruim de helft van de Oekraïners heeft een baan, maar volgens het WODC werken zij meestal met tijdelijke contracten en veelal (ver) onder hun opleidingsniveau. "We weten dat hoe langer een oorlog duurt, hoe meer mensen hier willen blijven. Dus het is aannemelijk dat de groep Oekraïners die wil blijven, steeds groter wordt. Maar als je niet investeert, hebben zij een nog grotere achterstand", zegt Noyon. Een van de aanbevelingen in het onderzoek is daarom om in te zetten op taal. "Dan kunnen Oekraïners sociale contacten opbouwen met Nederlanders en zelfredzamer zijn." De Nederlandse arbeidsmarkt zou er volgens Noyon ook baat bij hebben als Oekraïners beter Nederlands spreken, omdat ze dan makkelijker op hun eigen niveau kunnen werken. "Taal is de sleutel tot een betere situatie voor Oekraïners zelf, maar ook voor Nederland."
nos.nl
Oekraïners positief over leven in Nederland, maar 'kunnen weinig opbouwen'
Een groot deel van de Oekraïense vluchtelingen in Nederland wil hier de komende jaren blijven. Ze zijn positief over Nederland en geven ons land een 8,7, blijkt uit onderzoek van kennisinstituut WODC. "Ze zijn vooral positief over de manier waarop ze zijn opgevangen", zegt onderzoeker Sanne Noyon in het NOS Radio 1 Journaal. Een kwart van de Oekraïense vluchtelingen in Nederland woonde op enig moment in een gastgezin, vooral degenen die kort na het uitbreken van de oorlog naar Nederland kwamen. "In die gastgezinnen hebben ze heel veel hulp gekregen en dat geven ze een hoog rapportcijfer." Voor het onderzoek zijn ruim 3000 Oekraïense vluchtelingen bevraagd over hun leven in Nederland en hun plannen voor de toekomst. Driekwart geeft aan de komende twee jaar in Nederland te willen blijven. Als Oekraïne in de toekomst weer veilig is, wil 22 procent terug. 30 procent wil dat niet, de rest twijfelt nog. 'Tijdelijke bescherming' Er zijn ruim 117.000 Oekraïners in Nederland geregistreerd. Zij doorlopen niet de reguliere asielprocedure, maar worden opgevangen onder de richtlijn voor 'tijdelijke bescherming' van de Europese Unie. Daardoor krijgen gevluchte Oekraïners toegang tot gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs. Ook mogen ze direct na aankomst in Nederland aan het werk. De regeling is al verschillende keren verlengd en loopt nu tot 4 maart 2026. Hoe de situatie daarna zal zijn, is onduidelijk en dat leidt tot belemmeringen, stelt Noyon. "Er is snel veel gecreëerd voor Oekraïners en dat is goed gegaan. Maar nu de oorlog voortduurt, moeten we ons afvragen: zijn dit soort oplossingen ook houdbaar voor de lange termijn?" De tijdelijkheid maakt het voor Oekraïners lastig om iets op te bouwen, concludeert het WODC. "Er is bijvoorbeeld geen toegang tot inburgering. Daardoor spreken Oekraïners geen goed Nederlands, terwijl ze dat wel willen", zegt Noyon. Ook geven ze in het onderzoek aan dat ze meer contact willen met Nederlanders en zelfstandig willen wonen. Het ontbreken van langetermijnperspectief maakt het echter moeilijk om plannen te maken en te investeren in de toekomst. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld gemeentes die huisvesting of taalcursussen kunnen regelen, maar ook voor werkgevers. Ruim de helft van de Oekraïners heeft een baan, maar volgens het WODC werken zij meestal met tijdelijke contracten en veelal (ver) onder hun opleidingsniveau. "We weten dat hoe langer een oorlog duurt, hoe meer mensen hier willen blijven. Dus het is aannemelijk dat de groep Oekraïners die wil blijven, steeds groter wordt. Maar als je niet investeert, hebben zij een nog grotere achterstand", zegt Noyon. Een van de aanbevelingen in het onderzoek is daarom om in te zetten op taal. "Dan kunnen Oekraïners sociale contacten opbouwen met Nederlanders en zelfredzamer zijn." De Nederlandse arbeidsmarkt zou er volgens Noyon ook baat bij hebben als Oekraïners beter Nederlands spreken, omdat ze dan makkelijker op hun eigen niveau kunnen werken. "Taal is de sleutel tot een betere situatie voor Oekraïners zelf, maar ook voor Nederland."