Belangrijke dag nabestaanden NSB'ers: 'Mijn vader heeft gezwegen en gelogen'
Het was een spannende dag voor mensen met voorouders die in de Tweede Wereldoorlog met de bezetter hebben gecollaboreerd, of daarvan verdacht werden. Het register met deze namen staat sinds vanochtend online. Nabestaanden en onderzoekers kunnen dossiers opvragen om die in het Nationaal Archief te bekijken. Rinke Smedinga is een van hen. Zijn vader Piet Smedinga was in de oorlog opperwachtmeester, een hoge bewaker, in kamp Westerbork. Het dossier van zijn vader heeft Rinke al gelezen na diens overlijden in 2001. Maar vandaag kon hij voor het eerst ook de stukken inzien over een vriend van zijn vader, Klaas Carel Faber. "Een notoire oorlogsmisdadiger." Via de dossiers van Faber hoopt Rinke meer informatie te krijgen over het leven van zijn vader. "Ik wil graag weten hoe het zat. Mijn vader heeft gezwegen, en hij heeft gelogen over dingen." Iets te loslippig Piet Smedinga wordt in 1921 geboren in Smilde (Drenthe), en wordt al voor de oorlog lid van de NSB. Na een opleiding voor de Waffen-SS in München werkt Piet onder meer als opperwachtmeester in kamp Westerbork, en later bij de Ordnungspolizei. Rinke denkt als kind lange tijd dat zijn vader een slachtoffer was van de Tweede Wereldoorlog. Tot zijn vader hem meeneemt naar kamp Westerbork, als Rinke dertien jaar is. Daar vertelt Piet zijn zoon over een executie in Westerbork. Piets vriend Klaas, die bij de Ordnungspolizei zat, was naar het kamp gekomen om die executie uit te voeren. "Hij zou gezegd hebben: 'We wachten nog even tot Piet er is.' Over de executie vertelde mijn vader kort dat het met een paar droge knallen gebeurde. Vervolgens kwam er een heel verhaal over hoe leuk het daarna was: dat er kaas en worst was, terwijl het in die tijd moeilijk was om daaraan te komen. Een heel ongemakkelijk, naar verhaal." In de auto op weg terug naar huis drukt Piet zijn zoon op het hart het nooit aan iemand anders te vertellen. "Hij zei dat ze dan niet alleen hem, maar ook mij en de rest van het gezin zouden pakken. Hij had misschien zelf door dat hij iets te loslippig was geweest." Over het bijwonen van een executie staat niets in het dossier van Piet, zegt Rinke. Zijn vader heeft dat verzwegen, denkt hij. "Ik snap dat hij dat tijdens het verhoor niet verteld heeft. Maar daardoor weet ik dat het niet de volledige waarheid bevat." Via de dossiers van Faber hoopt hij meer informatie te krijgen. Het onderzoek naar de geschiedenis van zijn vader is voor hem ook een onderzoek naar zichzelf. "Zijn verhaal heeft mijn leven op jonge leeftijd ook al beïnvloed. En ik heb de genen van mijn vader, dus ik lijk op mijn vader. Zitten daar overeenkomsten in?" Daarnaast is de zoektocht "een soort therapie" voor Rinke. "Ik vind het heel moeilijk wat mijn vader gedaan heeft. Ik schaam me daarvoor. Dat is natuurlijk niet terecht, maar dat gevoel heb ik wel. Op deze manier kan ik met zijn nare verhaal iets positiefs te doen." 'Geen gekke dingen gedaan' Ook de naam van de overleden opa van Pieter Ausma staat sinds vandaag online. Pieter Popken was tijdens de oorlog lid van de NSB. "Hij had een metaalfabriek in Assen en kon dat bedrijf anders niet voorzetten", zegt zijn kleinzoon nu. "Zijn voorraden staal kwamen uit Duitsland." Ook Ausma bekeek het dossier van zijn opa al eerder, dus hij heeft geen nieuwe aanvraag gedaan. "Maar ik heb vanochtend wel even gekeken hoe het online staat." Zijn moeder vindt het lastig dat iedereen nu kan zien dat haar vader lid was van de NSB. Ausma zelf zit daar niet zo mee. "Want ik denk dat hij geen gekke dingen heeft gedaan." "Het is een heel dubbel verhaal", zegt Ausma. Zijn opa was dus volgens hem lid van de NSB vanwege zijn bedrijf. "Maar mijn opa heeft ook onderdak verleend aan mensen die werden opgeroepen voor de Arbeitseinsatz, en hij heeft Joden met de bakfiets van Assen naar Meppel gebracht." Na de bevrijding van Assen, half april 1945, werd Popken doodgeschoten. Hij zou gearresteerd worden vanwege zijn NSB-lidmaatschap en wilde daarom vluchten. Maar hij werd tegengehouden door de buren, zegt Ausma. "Een van de mensen die hem kwamen ophalen, heeft hem doodgeschoten." Hij weet alleen dat het een student uit Groningen was. Mogelijk brengt het archief meer duidelijkheid over wie zijn vader heeft gedood. "Ik zou nog wel willen dat wordt uitgezocht wie dat was. Wie heeft dat schot gelost?"
nos.nl
Belangrijke dag nabestaanden NSB'ers: 'Mijn vader heeft gezwegen en gelogen'
Het was een spannende dag voor mensen met voorouders die in de Tweede Wereldoorlog met de bezetter hebben gecollaboreerd, of daarvan verdacht werden. Het register met deze namen staat sinds vanochtend online. Nabestaanden en onderzoekers kunnen dossiers opvragen om die in het Nationaal Archief te bekijken. Rinke Smedinga is een van hen. Zijn vader Piet Smedinga was in de oorlog opperwachtmeester, een hoge bewaker, in kamp Westerbork. Het dossier van zijn vader heeft Rinke al gelezen na diens overlijden in 2001. Maar vandaag kon hij voor het eerst ook de stukken inzien over een vriend van zijn vader, Klaas Carel Faber. "Een notoire oorlogsmisdadiger." Via de dossiers van Faber hoopt Rinke meer informatie te krijgen over het leven van zijn vader. "Ik wil graag weten hoe het zat. Mijn vader heeft gezwegen, en hij heeft gelogen over dingen." Iets te loslippig Piet Smedinga wordt in 1921 geboren in Smilde (Drenthe), en wordt al voor de oorlog lid van de NSB. Na een opleiding voor de Waffen-SS in München werkt Piet onder meer als opperwachtmeester in kamp Westerbork, en later bij de Ordnungspolizei. Rinke denkt als kind lange tijd dat zijn vader een slachtoffer was van de Tweede Wereldoorlog. Tot zijn vader hem meeneemt naar kamp Westerbork, als Rinke dertien jaar is. Daar vertelt Piet zijn zoon over een executie in Westerbork. Piets vriend Klaas, die bij de Ordnungspolizei zat, was naar het kamp gekomen om die executie uit te voeren. "Hij zou gezegd hebben: 'We wachten nog even tot Piet er is.' Over de executie vertelde mijn vader kort dat het met een paar droge knallen gebeurde. Vervolgens kwam er een heel verhaal over hoe leuk het daarna was: dat er kaas en worst was, terwijl het in die tijd moeilijk was om daaraan te komen. Een heel ongemakkelijk, naar verhaal." In de auto op weg terug naar huis drukt Piet zijn zoon op het hart het nooit aan iemand anders te vertellen. "Hij zei dat ze dan niet alleen hem, maar ook mij en de rest van het gezin zouden pakken. Hij had misschien zelf door dat hij iets te loslippig was geweest." Over het bijwonen van een executie staat niets in het dossier van Piet, zegt Rinke. Zijn vader heeft dat verzwegen, denkt hij. "Ik snap dat hij dat tijdens het verhoor niet verteld heeft. Maar daardoor weet ik dat het niet de volledige waarheid bevat." Via de dossiers van Faber hoopt hij meer informatie te krijgen. Het onderzoek naar de geschiedenis van zijn vader is voor hem ook een onderzoek naar zichzelf. "Zijn verhaal heeft mijn leven op jonge leeftijd ook al beïnvloed. En ik heb de genen van mijn vader, dus ik lijk op mijn vader. Zitten daar overeenkomsten in?" Daarnaast is de zoektocht "een soort therapie" voor Rinke. "Ik vind het heel moeilijk wat mijn vader gedaan heeft. Ik schaam me daarvoor. Dat is natuurlijk niet terecht, maar dat gevoel heb ik wel. Op deze manier kan ik met zijn nare verhaal iets positiefs te doen." 'Geen gekke dingen gedaan' Ook de naam van de overleden opa van Pieter Ausma staat sinds vandaag online. Pieter Popken was tijdens de oorlog lid van de NSB. "Hij had een metaalfabriek in Assen en kon dat bedrijf anders niet voorzetten", zegt zijn kleinzoon nu. "Zijn voorraden staal kwamen uit Duitsland." Ook Ausma bekeek het dossier van zijn opa al eerder, dus hij heeft geen nieuwe aanvraag gedaan. "Maar ik heb vanochtend wel even gekeken hoe het online staat." Zijn moeder vindt het lastig dat iedereen nu kan zien dat haar vader lid was van de NSB. Ausma zelf zit daar niet zo mee. "Want ik denk dat hij geen gekke dingen heeft gedaan." "Het is een heel dubbel verhaal", zegt Ausma. Zijn opa was dus volgens hem lid van de NSB vanwege zijn bedrijf. "Maar mijn opa heeft ook onderdak verleend aan mensen die werden opgeroepen voor de Arbeitseinsatz, en hij heeft Joden met de bakfiets van Assen naar Meppel gebracht." Na de bevrijding van Assen, half april 1945, werd Popken doodgeschoten. Hij zou gearresteerd worden vanwege zijn NSB-lidmaatschap en wilde daarom vluchten. Maar hij werd tegengehouden door de buren, zegt Ausma. "Een van de mensen die hem kwamen ophalen, heeft hem doodgeschoten." Hij weet alleen dat het een student uit Groningen was. Mogelijk brengt het archief meer duidelijkheid over wie zijn vader heeft gedood. "Ik zou nog wel willen dat wordt uitgezocht wie dat was. Wie heeft dat schot gelost?"