Week na geweld Amsterdam: een terugblik vanuit verschillende perspectieven
Het geweld rond de wedstrijd van Ajax tegen de Israëlische voetbalclub Maccabi Tel Aviv heeft veel spanning veroorzaakt. Hoe wordt vanuit verschillende perspectieven een week later teruggekeken? In dit artikel blikken vier mensen terug.
Saïd Bouharrou, bestuurslid bij Contactorgaan Moslims en Overheid:
"Het is natuurlijk op geen enkele manier goed te praten dat mensen worden opgejaagd en mishandeld. Daar mag geen enkel misverstand over bestaan. Als CMO treden we op wanneer dat nodig is en veroordelen we antisemitisme, maar je wordt niet gehoord in het huidige rechtse klimaat.
Het is teleurstellend dat het incident wordt gepolitiseerd en misbruikt. Politici die in plaats van te de-escaleren juist olie op het vuur gooien, daarvan ben ik geschrokken. Er wordt gesproken over een integratieprobleem en het afpakken van de tweede nationaliteit.
Op die manier wordt een hele gemeenschap weggezet als probleemgeval. Er zijn een miljoen moslims in Nederland die het ontzettend goed doen en elke vorm van antisemitisme afkeuren.
Wat we nu moeten doen, is het hoofd koel houden. De verbinding blijven zoeken en elkaar geruststellen. We moeten nagaan wat er precies is gebeurd en de groep straffen die verantwoordelijk is. Antisemitisme komt in de voetballerij nog helaas veel voor. Je lost niets op door de dubbele nationaliteit af te pakken, daarmee vergroot je de angst en versterk je de polarisatie."
Menno ten Brink, rabbijn bij de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam:
"De gebeurtenissen in Amsterdam hebben een behoorlijke onrust veroorzaakt binnen onze gemeente. Het was een domme actie van de Maccabi-supporters om die Palestijnse vlag te verwijderen. Maar dat is geen reden voor antisemitische acties. Het is volstrekt verwerpelijk dat dit anno 2024 in ons Mokum plaatsvindt.
Mensen zijn bang: kunnen wij als joden nog met een keppeltje of davidsster over straat, zonder dat we worden aangevallen? Zonder dat er paspoorten worden gevraagd, zonder dat er 'Jodenjacht' wordt geroepen.
In Nederland is er een angstklimaat waarin Joden worden vereenzelvigd met de situatie in het Midden-Oosten. Joden in Nederland worden daar slachtoffer van. Iedereen moet keppeltjes, maar ook islamitische kleding, kunnen dragen. Men moet respect hebben voor elkaar.
Ik hoop dat moslimorganisaties zich uitspreken, en zeggen dat het niet acceptabel is wat er is gebeurd, hoewel het niet alleen moslims zijn die dit hebben gedaan. Het is ook aan de overheid om de geest weer in de fles te krijgen. De relschoppers moeten opgepakt worden, en wellicht moet er nieuwe wetgeving komen als de huidige niet voldoet."
Maurits Berger, hoogleraar Islam en het Westen, Universiteit Leiden:
"Mijn eerste reactie was: daar gaan we weer. Iedere keer als er incidenten zijn, gerelateerd aan de islam, is er een pavlovreactie onder Nederlandse politici en bestuurders: 'De islam is de bron van het probleem.' Dat speelt al heel lang.
Moslims zijn daar hypergefrustreerd over. Ze erkennen zelf ook wel: 'We zijn niet allemaal doetjes. Maar waarom worden we aangesproken als moslim en niet als Nederlander?'
We kunnen het ook over Nederlandse hooligans hebben, maar dat doen we niet: we hebben het over Marokkanen. Het zou helpen als we moslims zien als Nederlanders, dus als Nederlandse relschoppers, hooligans en criminelen. En niet als moslims die met hun islamitische waarden de integratie bedreigen.
Ik vind het problematisch dat boosheid tegen Israël of Israëlische voetbalhooligans onmiddellijk in een raamwerk van antisemitisme wordt geplaatst. Er is antisemitisme, zonder meer, maar we moeten onderscheid maken tussen wat mensen doen, en wie ze zijn."
Hilla Dayan, Nederlands-Israëlische politiek-socioloog:
"De sfeer binnen mijn kring was woensdag kritisch over Maccabi. Ik kreeg beelden doorgestuurd van supporters die fanatiek liedjes zongen over de oorlog, heel choquerend. Maar dat is natuurlijk wel op z'n kop gegaan door de gebeurtenissen van donderdag op vrijdag.
Vrijdagochtend kreeg ik berichten van vrienden van over de hele wereld: hoe het met mij ging. Alles was gekleurd door het 7-oktober-trauma. Mensen waren bang. In de Israëlische media werd meteen gesproken over pogrom en antisemitisme. Dat leidde tot paniek, hysterie.
Maar ik was vooral geschrokken van alle kritiek op de persconferentie van Femke Halsema. De burgemeester en de gemeente hebben zich enorm ingezet om alles goed te laten lopen. Maar ik kreeg het gevoel dat zelfs de regering tegen Amsterdam was, en populisten gooiden olie op het vuur.
Dat is gevaarlijk voor onze rechtsstaat. Dat demonstraties het probleem zijn, klopt niet. Antisemitisme, haat en geweld bestrijd je niet door rechten te beperken."