'Helft van het aantal asielopvangplekken in 2026 bezet door statushouders'
In 2026 heeft circa de helft van de mensen in de asielopvang een verblijfsvergunning. Dat blijkt uit prognoses van het ministerie van Asiel en Migratie. "Naar verwachting is op 1 jan 2026 circa één op de twee COA-bewoners statushouder", staat in de zogeheten 'Meerjaren Productie Prognose' van het ministerie. Vandaag debatteert de Kamer over de begroting van het ministerie. Nu hebben ruim 19.000 mensen in locaties van het COA een status, tegen 53.000 mensen die nog in de asielprocedure zitten. Als mensen een verblijfsstatus hebben, moeten ze doorstromen naar een reguliere woning. Maar omdat er onvoldoende sociale huurwoningen beschikbaar zijn, stokt de doorstroom en groeit de groep statushouders in de reguliere opvang snel. Het is niet voor het eerst dat er zoveel statushouders in de asielopvang zitten, ook in 2017 was dat het geval. Gemeenten krijgen nu nog via de 'taakstelling' elk half jaar de opdracht van het Rijk om een bepaald aantal statushouders op te vangen. Ze mogen wel zelf bepalen of ze hen daarbij voorrang geven op vrijkomende woningen. De laatste jaren slagen gemeenten er niet in om hun taakstelling te halen en ook dit jaar lukt dat waarschijnlijk niet. Op dit moment bedraagt de achterstand voor alle gemeenten samen een kleine 11.000. Het kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB wil bovendien dat die taakstelling wordt geschrapt: gemeenten krijgen dan geen opdracht meer om een bepaald aantal statushouders een huis te geven. Om deze mensen toch te laten doorstromen uit azc's komen er "sobere voorzieningen", bijvoorbeeld in 'doorstroomlocaties'. Statushouders mogen de aangeboden woonruimte niet weigeren. Het COA maakt zich grote zorgen over het schrappen van de taakstelling, en ook over het voornemen de spreidingswet in te trekken. "Het risico is dat Nederland nog langer in de opvangcrisis blijft en er meer en duurdere noodopvang nodig is, omdat bewoners nog langer in de opvang moeten blijven. Daarnaast wordt het voor nieuwkomers moeilijker om een toekomst op te bouwen in Nederland", liet het COA onlangs weten. Minister Faber (PVV) van Asiel en Migratie erkende in het debat van vandaag dat er nu al relatief veel statushouders in de opvang zitten. Ze wil vooral inzetten op 'sobere doorstroomlocaties'. Maar in het debat werd zij erop gewezen dat er geen geld is vrijgemaakt voor dit type locaties. Ook dat erkende Faber, maar ze denkt dat het ministerie van Financiën de helpende hand zal bieden als er geld nodig is. "Als we met een goede business case komen, krijgen we het geregeld." Oppositiepartij D66 noemde het "bizar" dat er voor een oplossing waar zo veel van wordt verwacht nog geen geld is geregeld.
nos.nl
'Helft van het aantal asielopvangplekken in 2026 bezet door statushouders'
In 2026 heeft circa de helft van de mensen in de asielopvang een verblijfsvergunning. Dat blijkt uit prognoses van het ministerie van Asiel en Migratie. "Naar verwachting is op 1 jan 2026 circa één op de twee COA-bewoners statushouder", staat in de zogeheten 'Meerjaren Productie Prognose' van het ministerie. Vandaag debatteert de Kamer over de begroting van het ministerie. Nu hebben ruim 19.000 mensen in locaties van het COA een status, tegen 53.000 mensen die nog in de asielprocedure zitten. Als mensen een verblijfsstatus hebben, moeten ze doorstromen naar een reguliere woning. Maar omdat er onvoldoende sociale huurwoningen beschikbaar zijn, stokt de doorstroom en groeit de groep statushouders in de reguliere opvang snel. Het is niet voor het eerst dat er zoveel statushouders in de asielopvang zitten, ook in 2017 was dat het geval. Gemeenten krijgen nu nog via de 'taakstelling' elk half jaar de opdracht van het Rijk om een bepaald aantal statushouders op te vangen. Ze mogen wel zelf bepalen of ze hen daarbij voorrang geven op vrijkomende woningen. De laatste jaren slagen gemeenten er niet in om hun taakstelling te halen en ook dit jaar lukt dat waarschijnlijk niet. Op dit moment bedraagt de achterstand voor alle gemeenten samen een kleine 11.000. Het kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB wil bovendien dat die taakstelling wordt geschrapt: gemeenten krijgen dan geen opdracht meer om een bepaald aantal statushouders een huis te geven. Om deze mensen toch te laten doorstromen uit azc's komen er "sobere voorzieningen", bijvoorbeeld in 'doorstroomlocaties'. Statushouders mogen de aangeboden woonruimte niet weigeren. Het COA maakt zich grote zorgen over het schrappen van de taakstelling, en ook over het voornemen de spreidingswet in te trekken. "Het risico is dat Nederland nog langer in de opvangcrisis blijft en er meer en duurdere noodopvang nodig is, omdat bewoners nog langer in de opvang moeten blijven. Daarnaast wordt het voor nieuwkomers moeilijker om een toekomst op te bouwen in Nederland", liet het COA onlangs weten. Minister Faber (PVV) van Asiel en Migratie erkende in het debat van vandaag dat er nu al relatief veel statushouders in de opvang zitten. Ze wil vooral inzetten op 'sobere doorstroomlocaties'. Maar in het debat werd zij erop gewezen dat er geen geld is vrijgemaakt voor dit type locaties. Ook dat erkende Faber, maar ze denkt dat het ministerie van Financiën de helpende hand zal bieden als er geld nodig is. "Als we met een goede business case komen, krijgen we het geregeld." Oppositiepartij D66 noemde het "bizar" dat er voor een oplossing waar zo veel van wordt verwacht nog geen geld is geregeld.