Veel rijksmonumenten in slechte staat, maar geen extra budget voor renovatie
Het Delftse museum Prinsenhof, waar Willem van Oranje in 1584 werd vermoord, is sinds vandaag dicht voor een grote verbouwing. Het monumentale pand heeft last van lekkage en het museum zal rolstoeltoegankelijk en duurzaam gemaakt worden. Probleem is dat er een tekort van 5 miljoen euro is om die plannen te realiseren. En dat geldt voor meer monumenten in Nederland met een grote cultuurhistorische waarde die aan renovatie toe zijn. Nederland kent 63.000 rijksmonumenten. Van alle monumenten die geen woonhuis zijn, verkeert bijna 15 procent in slechte staat. Het gaat onder meer om gevangenisdorp Veenhuizen in Drenthe, klooster Steyl in Limburg, de Rivièrahal van Diergaarde Blijdorp in Rotterdam en dus ook om Museum Prinsenhof in Delft. Het Rijk stelt hiervoor sinds 2012 20 miljoen euro beschikbaar aan het provinciefonds. Onderling moeten de provincies dit bedrag verdelen, maar dat is voor veel grote Rijksmonumenten niet genoeg. Museum Prinsenhof De verbouwing en vernieuwing van het Museum Prinsenhof Delft zal tot 2027 duren. Het staat in de top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en is gevestigd in een eeuwenoud klooster. "We hebben last van enorme vochtplekken die tot in de kernen van het monument zitten. Dat moet echt verholpen worden", zegt directeur Janelle Moerman. Museum Prinsenhof in Delft heeft op verschillende plekken onderhoud nodig: Voor de renovatie is 38 miljoen nodig. Een groot deel van dit bedrag is al gefinancierd door de provincie Zuid-Holland, de gemeente Delft, het BPD Cultuurfonds en particulieren. Voor de resterende 5 miljoen kijkt het museum naar de Rijksoverheid, maar volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is er geen extra geld beschikbaar. Slechte staat In april maakte het toen demissionaire kabinet bekend dat de staat van 14,6 procent van de 'niet-woonhuis'-rijksmonumenten matig of slecht is. Het doel is om dat terug te brengen naar 10 procent in 2033. De komende tien jaar zou daar 770 miljoen euro extra voor nodig zijn. Het huidige kabinet is echter niet van plan om daar extra geld voor vrij te maken, zei minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap afgelopen september. Onderscheid maken "Het verbaast mij niet dat 15 procent in slechte staat verkeert", zegt Rijksbouwmeester Francesco Veenstra. "Het onderhoud is kostbaar en het bezit is verdeeld over heel veel eigenaren in Nederland. Als een monument nu in slechte staat verkeert, dan heb je vijf tot tien jaar geleden al niet de juiste maatregelen getroffen." Wel benadrukt Veenstra dat renovatie vaak wordt aangegrepen om ook vernieuwingen aan te brengen. Het is volgens de Rijksbouwmeester dus belangrijk om een onderscheid te maken tussen instandhouding - bijvoorbeeld het verhelpen van lekkage - en aanpassing, zoals het verbreden van de ingang. "Je ziet steeds vaker dat er bij grote projecten, zoals bij het Binnenhof in Den Haag, beide aanpassingen worden gedaan", vertelt Veenstra. "Het geld daarvoor moet niet alleen vanuit de overheid, maar ook vanuit provincies, gemeenten en particuliere cultuurfondsen komen. Bij een tekort aan budget moet de prioriteit bij instandhouding liggen." Belangrijk voor Nederlandse cultuur Desalniettemin is het in stand houden van rijksmonumenten een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Rijk, de provincies, gemeenten en eigenaren, benadrukt Veenstra. "Monumenten leveren een belangrijke waarde aan de Nederlandse cultuur. We hebben er zo veel, in heel veel verschillende gedaantes. Ze spelen een belangrijke rol in het vertellen van de Nederlandse geschiedenis." Moerman hoopt dus dat het Rijk nog met geld over de brug zal komen voor de restauratie van Prinsenhof. "Dit is echt een plek die je moet koesteren in Nederland. Daarom vinden wij dat naast alle anderen die bijdragen, ook het Rijk dat zal moeten doen."
nos.nl
Veel rijksmonumenten in slechte staat, maar geen extra budget voor renovatie
Het Delftse museum Prinsenhof, waar Willem van Oranje in 1584 werd vermoord, is sinds vandaag dicht voor een grote verbouwing. Het monumentale pand heeft last van lekkage en het museum zal rolstoeltoegankelijk en duurzaam gemaakt worden. Probleem is dat er een tekort van 5 miljoen euro is om die plannen te realiseren. En dat geldt voor meer monumenten in Nederland met een grote cultuurhistorische waarde die aan renovatie toe zijn. Nederland kent 63.000 rijksmonumenten. Van alle monumenten die geen woonhuis zijn, verkeert bijna 15 procent in slechte staat. Het gaat onder meer om gevangenisdorp Veenhuizen in Drenthe, klooster Steyl in Limburg, de Rivièrahal van Diergaarde Blijdorp in Rotterdam en dus ook om Museum Prinsenhof in Delft. Het Rijk stelt hiervoor sinds 2012 20 miljoen euro beschikbaar aan het provinciefonds. Onderling moeten de provincies dit bedrag verdelen, maar dat is voor veel grote Rijksmonumenten niet genoeg. Museum Prinsenhof De verbouwing en vernieuwing van het Museum Prinsenhof Delft zal tot 2027 duren. Het staat in de top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en is gevestigd in een eeuwenoud klooster. "We hebben last van enorme vochtplekken die tot in de kernen van het monument zitten. Dat moet echt verholpen worden", zegt directeur Janelle Moerman. Museum Prinsenhof in Delft heeft op verschillende plekken onderhoud nodig: Voor de renovatie is 38 miljoen nodig. Een groot deel van dit bedrag is al gefinancierd door de provincie Zuid-Holland, de gemeente Delft, het BPD Cultuurfonds en particulieren. Voor de resterende 5 miljoen kijkt het museum naar de Rijksoverheid, maar volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is er geen extra geld beschikbaar. Slechte staat In april maakte het toen demissionaire kabinet bekend dat de staat van 14,6 procent van de 'niet-woonhuis'-rijksmonumenten matig of slecht is. Het doel is om dat terug te brengen naar 10 procent in 2033. De komende tien jaar zou daar 770 miljoen euro extra voor nodig zijn. Het huidige kabinet is echter niet van plan om daar extra geld voor vrij te maken, zei minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap afgelopen september. Onderscheid maken "Het verbaast mij niet dat 15 procent in slechte staat verkeert", zegt Rijksbouwmeester Francesco Veenstra. "Het onderhoud is kostbaar en het bezit is verdeeld over heel veel eigenaren in Nederland. Als een monument nu in slechte staat verkeert, dan heb je vijf tot tien jaar geleden al niet de juiste maatregelen getroffen." Wel benadrukt Veenstra dat renovatie vaak wordt aangegrepen om ook vernieuwingen aan te brengen. Het is volgens de Rijksbouwmeester dus belangrijk om een onderscheid te maken tussen instandhouding - bijvoorbeeld het verhelpen van lekkage - en aanpassing, zoals het verbreden van de ingang. "Je ziet steeds vaker dat er bij grote projecten, zoals bij het Binnenhof in Den Haag, beide aanpassingen worden gedaan", vertelt Veenstra. "Het geld daarvoor moet niet alleen vanuit de overheid, maar ook vanuit provincies, gemeenten en particuliere cultuurfondsen komen. Bij een tekort aan budget moet de prioriteit bij instandhouding liggen." Belangrijk voor Nederlandse cultuur Desalniettemin is het in stand houden van rijksmonumenten een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Rijk, de provincies, gemeenten en eigenaren, benadrukt Veenstra. "Monumenten leveren een belangrijke waarde aan de Nederlandse cultuur. We hebben er zo veel, in heel veel verschillende gedaantes. Ze spelen een belangrijke rol in het vertellen van de Nederlandse geschiedenis." Moerman hoopt dus dat het Rijk nog met geld over de brug zal komen voor de restauratie van Prinsenhof. "Dit is echt een plek die je moet koesteren in Nederland. Daarom vinden wij dat naast alle anderen die bijdragen, ook het Rijk dat zal moeten doen."